|
||||||||
Roland Van Campenhout heeft bij leven al haast een legendarische reputatie en apart statuut. Belgische patriarch van de blues-, folk- en wereldmuziek, nomadische geest, aimabele brombeer of no nonsens allround muzikant… al deze omschrijvingen passen bij de excentrieke bard die zich niet in één vakje laat duwen. Zijn roots liggen in de Rupelstreek, maar zijn vrijgevochten geest zwermde alle richtingen uit tot in China, Japan en Kenia toe. De titel van zijn laatste langspeler sluit dan ook uitstekend aan bij het excentrieke onnaspeurbare universum van Roland, die in alle voorbije decennia alle sferen, impressies, sounds, lyriek en poëzie heeft geabsorbeerd om deze op zijn typerende eigenzinnige wijze in zijn songs te verwerken. In dit denkbeeldig muzikaal landschap met een lange rij van studioplaten en live albums, maakt hij ook nu weer gebruik van velerlei muziekjes, exotische echo’s en knap gitaarwerk, waar hij psychedelische accenten aan toevoegt. Het begint reeds met het eerste instrumentale haast mystieke ‘Washi te Kudasai’, aanwaaiend vanuit een bevreemdend oosters landschap waarbij violist Nils De Caster folky mee begeleidt. Roland zelf varieert met gitaar en dulcimer, Teun Verbruggen met percussie, Mirko Banovic met bas en Frederik Segers en Pieter Jan de Smet met gitaren en elektronische grooves. Alle muzikanten gaan op in de bedwelmende soms broeierige sound waarbij Roland zich af en toe ontpopt als de beatdichter die met zijn demonen worstelt, zoals o.m. in ‘Lies For Sale’ alsof hij in de steengroeven van zijn jeugd nog steeds goud wil opdelven. In het surrealistische ‘Wari Mashi Ta (Stitch by Stitch) is het alsof zijn stem uit de onderwereld opklinkt of vanaf een met plastiek bevuilde oever. Alle composities schreef hijzelf met als enige uitzondering het folky ‘Pack Up Your’ Sorrows’. Zijn inspiratie zocht hij blijkbaar of in de schemerzones van zijn geest oftewel in transcendente moods. Zo lijkt het wel alsof hij in het onheilspellende ‘Swamp Adversity (the devil has the best tunes)’ face to face met de duivel hallucineert. Zijn songlyriek is bevolkt met vampieren, dolfijnen en maharadja's, maar ook met Jean Harlows en Lolita's. Ook in zijn composities geeft hij zijn verbeelding de vrije teugel. Waar ‘Liesje van Izegem (The Cat)' nog melodisch teder wegvloeit lijkt het op ‘Smile From The Heart’, met backingzang van zijn muziekmaten, alsof de repetitieve songlijnen crescendo een warmtegloed verspreiden om de sneeuwlagen rond ieders hart te ontdooien. Sinds Roland als twintiger de clubs, cafés, studentennesten en dies meer afschuimde, -zowel als busker of als onderbetaalde ‘Lightnin’ bluesgitarist-, om her en der met zijn ongepolijste blues, folk en tunes een nichepubliek te veroveren heeft hij steeds nieuwe horizonten opgezocht en nieuwe muziekstijlen verkent zodat zijn fanschare zich nu naar alle windstreken uitstrekt. Creatief zat hij nooit stil. Ook met dit album, met mooie artistieke vormgeving, voegt hij weer een meesterwerkje toe aan zijn muzikaal psychedelisch oeuvre dat in al zijn klanken, geuren en soundscapes vanuit mysterieuze landen lijkt over te waaieren, landen die Roland al dan niet imaginair bezocht. Marcie
|
||||||||
|
||||||||